‘Schitterend hoe de technologie de hulpverlening ondersteunt’
Dienstenmanager bij de LMS
Jan Kleijn
Gestaag vordert de ‘bouw’ van de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS): een netwerk van tien samenwerkende meldkamers die elkaars taken kunnen overnemen dankzij één centrale, gestandaardiseerde omgeving voor informatievoorziening en ICT. Begin 2023 moet dit netwerk er zijn.
In Gesprek met Jan Kleijn.
Welke rol vervul je precies?
“Ik werk als dienstenmanager bij de LMS. Wij zorgen voor de aanleg van de infrastructuur waarop tientallen applicaties voor alle meldkamerdisciplines straks centraal worden beheerd. ProQA valt in mijn portefeuille. Zodra alle meldkamers over zijn naar de centrale ICT-omgeving, draait ProQA op één plek voor het hele land en niet meer op elke AMPDS-meldkamer afzonderlijk. Meldkamers kunnen dan op basis van verschillende service levels op ons vertrouwen voor een probleemloze werking, voor het snel oplossen van eventuele verstoringen en voor het gepland uitvoeren van hun wensen zoals het doorvoeren van updates.”
Wat gaan gebruikers daarvan merken?
“Als wij het goed doen, merken ze niets. De werking van ProQA blijft gelijk. Meldkamers gaan hopelijk vooral de voordelen ervaren van een landelijk netwerk van meldkamers: dat de meldkamer altijd bereikbaar is voor mensen in nood en voor de hulpverleners op straat en dat verschillende regio’s bij calamiteiten makkelijker naar elkaar kunnen uitwijken en elkaar onderling naadloos kunnen assisteren. Nu kan dat nog niet voor alle applicaties. Hopelijk ervaren ze vooral optimale betrouwbaarheid, al ben je je daar als gebruiker vaak juist niet van bewust.”
Ben je zelf bekend met de werking van ProQA?
“Wat het doet en waar het voor dient, weet ik. ProQA helpt om op basis van talloze eerdere ervaringen een hulpbehoevende beller zo goed mogelijk te woord te staan en om de juiste urgentie en het juiste vervolgtraject te bepalen. Dat lijkt me nuttig, want je levert in gelijke situaties een gelijke dienst. Standaardisatie zie je ook terug bij de LMS, waardoor je uiteindelijk in het hele land incidenten op dezelfde manier kunt bestrijden en overal dezelfde kwaliteit kunt leveren.”
Heb je affiniteit met hulpverlening?
“Ja. In het verleden was ik ICT’er op detacheringsbasis. Ik werkte kortere perioden op uiteenlopende plekken. Daarvan sprak uiteindelijk de politie me het meeste aan. Toen ik koos voor een vaste werkgever, heb ik dan ook bewust voor de politie gekozen. LMS is een zelfstandig onderdeel van de politie maar werkt ook voor de brandweer, ambulancezorg en marechaussee. Ik heb nu meer dan vroeger de gelegenheid om me vast te bijten in zowel de organisatie, als de techniek, als het product en de dienst. In de LMS zie je techniek en business heel mooi samenkomen. Ik vind het schitterend hoe allerlei vormen van technologie samenwerken om de hulpverlening te ondersteunen, om een centralist tot van alles in staat te stellen: variërend van kunnen zien waar de melder zich bevindt, tot supersnel triëren, tot efficiënt alarmeren en communiceren met mensen in het veld.”
Werk je zelf met centralisten?
“Niet primair. Soms vind ik dat wel jammer, dat ik de échte inhoud uiteindelijk niet kan zien. Maar ik heb er wel genoeg gevoel bij. Ik heb weleens met een ambulancecentralist kunnen meekijken. Dat vond ik indrukwekkend, hoe heftige incidenten heel gestructureerd en professioneel worden afgewikkeld. En als de ene melding voorbij is, wacht de volgende al. Echt, petje af daarvoor.” Meer informatie: www.landelijkemeldkamer.org