Harm (links) met centralist Jos Böke op de meldkamer in Bergen op Zoom.
Zowel centralisten als ProQA hielden zich goed staande in crisis
‘Al veel werk verzet voor tweede coronagolf’
Zowel centralisten als ProQA hielden zich goed staande in crisis
‘Al veel werk verzet voor tweede coronagolf’
Foto: Harm (links) met centralist Jos Böke op de meldkamer in Bergen op Zoom.
Tijdens de coronapiek in maart en april hebben de AMPDS-meldkamers zichzelf en daarmee de ambulancezorg goed overeind weten te houden. “Ik was ervan onder de indruk hoe professioneel en flexibel centralisten te midden van de hectiek met hun vak bezig waren”, zegt Harm van de Pas, Medisch Manager Ambulancezorg in de zwaarst getroffen provincie Noord-Brabant. In een hoog tempo bleef regelgeving veranderen en steeds had dat invloed op de meldkamerprocessen. Harm: “Bij elke wijziging moesten wij alert zijn: Wat betekent dit voor ons? Elke update van de COVID-19-casusdefinitie had invloed op de uitvraag. En als de instructies omtrent persoonlijke beschermingsmiddelen veranderden, had dat invloed op de duur van een inzet en dus op de paraatheid. Dat is door de meldkamers allemaal knap verweven in de dagelijkse praktijk.”
Regelgevende instanties, met het RIVM voorop, dachten wel actief mee met de vertaalslag van beleid naar ziekenhuizen en de huisartsen; maar de ambulancesector en meldkamers moesten daar in het begin toch vooral zelf voor zorgen, vertelt Harm. “Met als ultiem voorbeeld de aanpassing in het reanimatieprotocol voor lekenhulpverleners door de Nederlandse Reanimatie Raad. Ineens was die er. In noodtempo hebben wij vervolgens een aanpassing moeten doen in onze meldersinstructies. En niet de minste ook, namelijk het advies om in een aantal gevallen helemaal niets te doen voor de patiënt. Dat is in de praktijk daadwerkelijk voorgevallen en dat was heel heftig voor melders én voor centralisten.”
Sneller dan snel Normaal zou zo’n aanpassing een taak zijn voor de IAED, de organisatie achter AMPDS. Wereldwijd uniforme protocollen en handelwijzen zijn immers dé basis onder onze triagesystematiek. “De IAED kan snel schakelen als het moet”, weet Harm. “Maar dit moest sneller dan snel. De IAED was zelf getroffen door de lockdown in Amerika. En ze hadden hun handen vol aan het actualiseren van de EIDS-tool (in het Nederlands BUI, Bewaking Uitbraak Infectie) en Protocol 36. Die meldersinstructie zijn we dus zelf gaan herschrijven, we konden niet wachten op tekst die ook nog eerst vertaald zou moeten worden.” Afgezien daarvan is Harm zeer te spreken over hoe robuust ProQA is gebleken in een dergelijke langdurige crisissituatie, waarbij wekenlang het merendeel van de meldingen ‘coronaverdacht’ was. “De basisregel is steeds geweest: Doe wat je altijd doet, volg de bekende systematiek. Ingangsvragen, protocolkeuze en beslissingscode vormen ons houvast. De EIDS- of BUI-tool en Protocol 36 waren al aanwezig in ProQA, alleen waren ze niet volledig up-to-date. BUI speurt naar algemene griepverschijnselen, maar corona kent ook atypische kenmerken zoals hoofdpijn. Protocol 36 was gebaseerd op de Mexicaanse griep en ook dat paste niet volledig op corona. Jonge kinderen bijvoorbeeld werden aangemerkt als extra risicogroep, wat bij corona niet aan de orde is. Dergelijke aanpassingen hebben wij tijdelijk op geplastificeerde kaarten verstrekt aan centralisten. Inmiddels heeft de IAED beide tools aangepast aan corona. De BUI-tool is in de nieuwste softwareversie zelfs per regio instelbaar op verschillende ‘triggers’, zoals één of meer symptomen waarop je wil kunnen sturen.”
Vooraan zitten In protocol 36 zat al de mogelijkheid om op vier verschillende pandemieniveaus beslissingen te genereren. Je kan het protocol zo instellen in dat het zelf al afschaalt bij grote schaarste aan ambulances, om geen groter zorginfarct te creëren. Harm: “De vertaling daarvan naar de Landelijke Urgentie Tabel – waarin staat welke inzet bij welke code hoort – is inmiddels door ons ‘gevuld’ tot en met het zwarte scenario, waarin alle ziekenhuizen overvol zijn. Laten we hopen dat we nooit op dat niveau komen.” Inmiddels is het gebruik van BUI en Protocol 36 in het hele land afgeschaald en nog maar een paar procent van de meldingen coronaverdacht. Met alle gedane aanpassingen, vertrouwt Harm erop dat ProQA optimaal voorbereid is op een eventuele tweede coronagolf na de zomer. “Er is veel werk verzet dat straks niet nog een keer gedaan hoeft te worden. Daarnaast hebben we met de landelijke instanties afgesproken dat wij bij een nieuwe golf vooraan zitten om mee te denken vanuit ambulanceperspectief.”
Foto: Frederike Slieker