Een gewone ambulance, maar dan met rotorbladen
foto: Sander Kaaij Fotografie
Medisch manager Ambulancezorg Bert Dercksen tijdens zijn ‘andere’ werk, als MMT-arts.
foto: Bram Becks
Vanuit de verte zou je ‘m makkelijk kunnen verwarren met de Lifeliner. Toch is de Medic01 – ook wel de ‘Waddenheli’ – veel meer een gewone ambulance dan een traumaheli. “We zetten hem in als een ambulance, met dezelfde bemanning en uitrusting als een ambulance. Alleen heeft hij rotorbladen in plaats van wielen. En een piloot aan boord.”
De Meldkamer Ambulancezorg in Drachten kan een inzet plegen waarover (vooralsnog) geen andere meldkamer in Nederland beschikt. Deze ambulanceheli vervoert patiënten van de Friese Waddeneilanden naar ziekenhuizen op het vasteland. “Hij is uniek, maar toch ook niet”, vertelt Bert Dercksen, die als Medisch Manager Ambulancezorg betrokken was bij de vorming van de Waddenheli in 2016. “Het is een gewone ambulance, maar dan in staat om door de lucht over water te gaan, bedoeld voor de inwoners van een bijzonder stukje Nederland.” Op de meldkamer merk je er eigenlijk weinig van. Bert: “De triage verloopt met ProQA zoals bij iedere andere patiënt. Maar de Landelijke Urgentietabel, waarin voor het hele land de minimaal-verantwoorde inzet bij elke ProQA-code staat beschreven, kent voor de Waddeneilanden een regionale aanpassing. Er zijn speciale inzetcriteria opgesteld voor een zogenoemde ‘medevac’, een evacuatie door de lucht.” Een dergelijke vlucht wordt circa 650 keer per jaar gemaakt vanuit Vliegbasis Leeuwarden naar een van de eilanden en vervolgens met de patiënt naar een ziekenhuis, meestal het Medisch Centrum Leeuwarden of het UMCG in Groningen.
Vóór 2016 werden patiënten die (wegens spoedeisendheid of comfort) niet per boot een eiland konden verlaten, opgehaald door de SAR-heli (Search and Rescue) van Defensie. Maar die activiteit werd door Defensie afgestoten en uitbesteed. De nevenfunctie die de SAR had als vliegende ambulance werd overgeheveld naar de vergunninghouder voor de ambulancezorg, de RAV Fryslân. En die gunde de service na een aanbesteding aan Medical Air Assistance, de tak van de ANWB die ook de Lifeliners exploiteert.
Tweede voertuig
De bemanning van de heli is, afgezien van de piloot, een reguliere ambulancebemanning vanuit de RAV’s Fryslân, Groningen en Drenthe. “De Medic werkt met dezelfde protocollen en heeft dezelfde kennis en kunde aan boord als een spoedambulance”, legt Bert uit. “We zetten hem in principe in als tweede voertuig. Dus er gaat altijd eerst een gewone A-ambulance ter plaatse; behalve wanneer de patiënt niet bereikbaar is voor een auto, bijvoorbeeld in duingebied. Wanneer de eerste bemanning van mening is dat snel transport de voorkeur heeft naast stabilisatie ter plekke én als er geen sprake is van groot trauma, dan komt de Medic.”
De ambuheli landt in principe op een speciale ‘helispot’, die op elk van de eilanden aanwezig is. In de uitzonderlijke gevallen waarin de Medic soms als eerste ambulance nabij de patiënt landt, kan daarna ook assistentie van het MMT nodig zijn. Bert: “Dan krijg je dus de bijzondere situatie dat er twee helikopters landen, waarbij het MMT specialistische hulp kan bieden aanvullend op de reguliere ambulancezorg. Dat verloopt helemaal volgens de procedure ‘inzet MMT’ die ook op de vaste wal wordt gevolgd.”
Waar de Lifeliner slechts sporadisch een patiënt vervoert, doet de Medic dat juist altijd. Deze heli is dan ook een maatje groter en heeft een extra zitplaats voor een naaste van de patiënt. “Elders in het land mag immers ook een naaste mee met de patiënt”, verklaart Bert. “Op sociale gronden hebben we dat ook op de Medic mogelijk gemaakt.”
Twijfelgevallen
De inzet van de Medic is vanzelfsprekend aanzienlijk duurder dan een transport per boot. Toch beïnvloedt dat niet de keuze. “De medische eisen om de Medic te laten vliegen, zijn hard. Natuurlijk is er altijd een grijs gebied. De professionele afweging ligt dan bij de ambulancebemanning op het eiland of soms bij de huisarts. Desondanks hebben we maar zo’n vier procent inzetten die je achteraf discutabel kunt noemen. Op het land zijn die twijfelgevallen er evengoed. Voorop staat dat de burgers van de Waddeneilanden net als iedereen in Nederland het recht hebben om, indien nodig, binnen 45 minuten na een 112-melding op een Spoedeisende Hulp te worden binnengebracht.”
Een gezamenlijke hulpverlening van de Medic01 PH-OOP (rechts) en twee Lifeliners op het strand van Terschelling, na het omslaan van een sloep met tientallen opvarenden.
Foto: Sandra van der Hoogt