Nieuwe MMA’s behouden hun ‘twee petten’
Twee AMPDS-regio’s hebben sinds kort nieuwe Medisch Managers Ambulancezorg (MMA). Meys Cohen volgde Jan de Nooij op in Hollands Midden. Parttime, want ze blijft ook actief als SEH-arts in het LUMC. Flip van Broekhoven is in Zeeland een van de twee opvolgers van Ricks Meppelder. Ook hij laat zijn werk als huisarts niet los. Een kennismaking.
Meys Cohen
Meys: “Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot de ambulancezorg. Zéker sinds mijn stage op de ambulance tijdens de opleiding tot SEH-arts. Als ik de ambulance hoor aankomen, weet ik dat er werk aan de winkel is, dat er uitdagingen op ons af komen. Het geeft een prettige spanning.
“Ik ben me ervan bewust dat wij op de SEH in een relatief beschutte, ‘veilige’ omgeving werken. Alles bekend, alles bij de hand. Maar de mannen en vrouwen van de ambulance komen voortdurendin onverwachte situaties, die steeds andere inschattingen vragen. Heel knap als je dat in goede banen weet te leiden. De vacature van MMA was dé kans voor mij om nog dichter bij die wereld te komen. Nu of nooit, dacht ik.
“Het is handig dat ik vanuit de keten kan denken. In mijn andere functie ontvang ik immers de patiënt. Ik hoop bij te dragen aan vernieuwing, kwaliteitsverbetering, het aanscherpen van scholing. Proactief, op basis van eigen audits en waarnemingen, niet op basis van klachten achteraf.
“Als een van de grootste uitdagingen beschouw ik het samen terugdringen van de drukte in de spoedketen, onder meer door zorgcoördinatie, taakdifferentiatie en het vernieuwen van de urgentiestelling. Ik heb een tijdje in Engeland gewerkt. De acute zorg staat daar véél meer onder druk dan hier, dramatisch. Er is amper afstemming tussen huisartsen, ziekenhuizen en verpleeghuizen. We hebben het in Nederland zo slecht niet.
“De meldkameromgeving is vrij nieuw voor me. Tot voor kort kende ik de collega’s daar vooral van afstemming op de SEH, bij planbare zorg en opgeschaalde zorg. Met ProQA heb ik inmiddels kennisgemaakt. Ik vind het een goed hulpmiddel om rust in de hectiek te scheppen. We triëren op onze ProQA-meldkamers aan de veilige kant. Maar we kunnen ons dat gelukkig permitteren. Het vergroot de kans om de patiënten eruit te filteren die de zorg écht direct nodig hebben.”
Flip: “We zijn in Zeeland met twee nieuwe MMA’s tegelijk van start gegaan, Gerben Spijkers en ik. Hij is ziekenhuisarts op de SEH in Terneuzen, ik ben waarnemend huisarts op Walcheren. Hij is in zijn andere baan het eindstation van de patiënt, ik het beginstation. Samen hebben we de hele keten in het vizier.
“Ik heb in onze portefeuilleverdeling de meldkamer in mijn pakket. Met onze meldkamer heb ik als huisarts heel positieve ervaringen. Meermalen heb ik met heftige casussen te maken gehad. De samenwerking met een ervaren centralist heeft me toen erg gesteund. De centralist is een spilfiguur. Samen verdeel je de krapte door te sparren, bijvoorbeeld over wat de juiste urgentie is. Dit geeft me vertrouwen voor de toekomst, waarin het een reële mogelijkheid is dat huisartsenposten en de 112-meldkamers op de een of andere manier gaan samenwerken.
“Tijdens mijn opleiding lag mijn voorkeur nog sterk bij de intensieve zorg, ik wilde neuro-intensivist worden. In het ziekenhuis merkte ik gaandeweg dat vergaande specialisatie niet paste
bij mijn belangstelling voor uiteenlopende pathologie en voor de psychosociale component. Ook hecht ik eraan om een beetje ‘eigen baas’ te zijn. Huisarts zijn ligt me goed, maar waarnemer zijn ook. De HAP trekt me meer dan de gewone dagpraktijk.
“Onlangs heb ik zelf de cursus tot EMD gevolgd en ik ken nu de protocollen achter ProQA uit eigen waarneming. Daardoor heb ik meer begrip gekregen van waarom gesprekken tussen de meldkamer en de melder lopen zoals ze lopen. Strak geprotocolleerd, ‘dichtgetimmerd’, maar met een doel: foute inschattingen vermijden. Het kan soms wel op gespannen voet staan met de menselijke benadering.
“Voor de meldkamer van Zeeland heb ik geen langetermijnvisie, we gaan die namelijk kwijtraken. Na de verhuizing naar Bergen op Zoom komt de aansturing bij de Brabantse MMA te liggen. Het zal enerzijds een gemis zijn omdat je mogelijk regionale kennis verliest, anderzijds komt daar ook veel kennis bij elkaar. Onze missie voor de resterende tijd is om de samenvoeging ordentelijk te laten verlopen.”
Flip van Broekhoven