‘In het begin was ik steeds het systeem aan het verdedigen’
“AMPDS stelt écht de patiënt centraal, dat vind ik het mooie aan dit systeem”, zegt Joris Oerlemans. Dat probeert hij dan ook mee te geven aan zijn cursisten. Joris verzorgt de AMPDS-opleiding voor verpleegkundig centralisten die voor het eerst met AMPDS/ProQA gaan werken. “Tegenwoordig is die boodschap makkelijker over te brengen dan de eerste jaren. Toen moest ik elke keer met weerstand omgaan.” In die tijd was hij tijdens de lessen soms vooral bezig het systeem te verdedigen tegenover bestaande centralisten, in plaats van het uit te leggen. Joris: “Veel collega’s met jarenlange ervaring verzetten zich ertegen. ‘Ik vind het gewoon niks’, zeiden ze. Of: ‘Ik ben het er niet mee eens.’ Ze waren erg bezig met hun eigen veranderende rol. Ik moest hen vaak overhalen om het een kans te geven, maar niet iedereen had zin om op te letten. Er waren veel meer onvoldoendes op het examen.” Tegenwoordig zijn nieuwe cursisten ‘blanco’ en veel ontvankelijker voor de boodschap, merkt Joris. “ProQA is er niet voor de centralist, het hoeft niet mij te dienen”, betoogt hij. “Het dient de patiënt, iemand die hulp nodig heeft op een heel moeilijk moment in een mensenleven. We zijn als centralisten toch allemaal ooit verpleegkundige geworden om patiënten te helpen? Ik ben ervan overtuigd dat ProQA door de aard van het systeem de beste uitkomst biedt. Het is gedegen, gestructureerd, zelflerend.”
Joris was tot voor kort centralist en EDQ’er in de ambulanceregio Brabant Midden West Noord. Nu is hij teammanager van de ambulancepost Oss. Samen met zijn collega Piet-Hein Verhagen geeft hij daarnaast al jaren namens de ‘Academy’ (IAED) de introductiecursus AMPDS aan centralisten, voordat zij op hun eigen meldkamer verder in de praktijk worden geschoold. Joris en Piet-Hein zijn de enige twee Nederlandstalige AMPDS-opleiders en zien dus samen alle cursisten: vier à zes keer per jaar een groep van de rond de vijftien mensen gedurende drie dagen.
Joris Oerlemans
ProQA dient de patiënt, iemand die hulp nodig heeft op een hel moeilijk moment in een mensenleven
Bij de eerder genoemde weerstand kan Joris zich overigens van alles voorstellen, want ook hij kent uit eigen ervaring de vrijheid die een centralist vroeger had om het gesprek met de melder vorm te geven. “Ja, we hebben ruimte ingeleverd om de triage volgens eigen inzicht en op onze eigen manier te verrichten. Maar ik schik me daarin, want het gaat niet om mij. We werken nu met een systeem dat heel eerlijk is. Het is voor iedereen gelijk en het trieert op basis van enorm veel historische gegevens. Doordat die gegevens steeds maar blijven komen, wordt het systeem steeds beter.”
Om het ook voor de Nederlandse situatie steeds beter te maken, is het van groot belang dat alle betrokkenen terugkoppeling blijven geven, aldus Joris. “Daar roep ik de cursisten dus ook toe op: meld het als je merkt dat een inzet niet terecht was of dat de spoed niet terecht was. De Medisch Managers Ambulancezorg die samen de urgentiecodes bepalen, moeten daarin gesouffleerd worden. Niet alleen door centralisten, ook door de rijdienst. Die staat iets verder van het systeem af, maar toch kunnen ook zij het mede naar een ‘next level’ tillen. Daarom is het mooi dat sinds kort voor de rijdienst cursussen beschikbaar zijn om met de ins en outs van ProQA kennis te maken.”
De meerwaarde van ProQA ligt voor Joris zonder twijfel in de uitgebreide meldersinstructies. “Wanneer we tijdens de opleiding meldingen naspelen, zie ik bij de cursisten het besef ontstaan dat ook zijzelf enorm geholpen zijn met die instructies. Vroeger moest je het als verpleegkundig centralist hebben van wat je zelf ‘op je harde schijf’ had staan. Voor een cardiologieverpleegkundige was het dan nogal een uitdaging om telefonisch een bevalling te begeleiden. Nu beschik je over uitgebreide protocollen die ook jou houvast bieden.”
De meerwaarde van ProQA ligt in de uitgebreide meldersinstructie
Het neemt niet weg dat hij het eigenlijk jammer vindt dat we in Nederland nu met twee systemen werken. “Ik hoop dat er uiteindelijk één landelijk systeem komt dat de patiënt centraal durft te stellen.”