Over - triage?
Hoe lastig is telefonische triage en hoe gevaarlijk kunnen aannames zijn? In deze rubriek bekijken we waargebeurde meldingen in ProQA waarbij verwachting en werkelijkheid uiteenliepen. Deze keer twee casussen van de MKA-tafel.
Casus 1
Een huisarts belt naar aanleiding van een eerdere casus waar de ambulance eerder die week met een code 28-C-5 (beroerte; plotselinge verlamming van of verzwakking van de gelaatsspier) onder A1-urgentie naartoe is gestuurd. Het betrof een 28-jarige patiënte die bekend is met clusterhoofdpijn. De huisarts vertelde dat de ambulance de vrouw niet vervoerd had, omdat de scheve mond iets was bijgetrokken. De huisarts is later op die dag bij patiënte geweest en trok dezelfde conclusie, namelijk dat een en ander te wijten moest zijn geweest aan de clusterhoofdpijn. Omdat de dame een dag later toch nog klachten heeft, stuurde de huisarts haar toch nog in. Uitslag: er heeft een CVA plaatsgevonden en trombolyse is niet meer mogelijk wegens de verstreken tijd.
Casus 2
Echtgenote belt voor een man die veel pijn en klachten aan de ribben heeft. Hij zou op een paaltje zijn gegooid, heeft een verwonding aan de borstkas en nu moeite met ademhalen. De uitvraag leidt tot code 30-D-3 en een inzet onder A1. Tijdens het uitvragen wordt de mogelijke oorzaak duidelijk: 48 uur geleden is de patiënt betrokken geweest bij een vechtpartij en is daarbij op een paal terechtgekomen. Hij is meteen daarna op eigen gelegenheid voor controle naar de SEH geweest. Geconstateerd werd: gekneusde ribben. Patiënt kreeg pijnstilling. De ambulancebemanning geeft aan: Is dit wel iets voor ons? Het is 48 uur geleden gebeurd, pijn aan de borst is logisch bij gekneusde ribben. Ter plekke blijkt sprake van een pneumothorax (klaplong), patiënt gaat met spoed mee naar de SEH.
Even terugblikken
We kregen reacties op de casus uit de vorige nieuwsbrief, waarin een patiënt in zijn auto voor het verkeerslicht overlijdt aan groot bloedverlies uit een gesprongen spatader. Lezers vragen: Hoe kan het dat deze melder niet de instructie heeft gekregen om de bloeding zelf dicht te drukken? Wat niet in de beschrijving vermeld stond, is dat de patiënt tijdens het gesprek met de centralist al wegviel waardoor het niet meer mogelijk was om hem een handelingsinstructie te geven.
Bij een interval tussen twee ademhalingen van 8 seconden wordt voortaan met reanimeren begonnen. Dit was 10 seconden.
ProQA-centralisten zijn er op attent gemaakt dat zij bij twijfel over de ademhaling sneller de reanimatie moeten op starten. Uit onderzoek blijkt dat op meldkamers nog steeds reanimatiebehoeftige mensen worden gemist. Doordat er nu sneller wordt gestart, kan het gebeuren dat de patiënt niet reanimatiebehoeftig blijkt te zijn maar dit wordt op de koop toe genomen. Ook het stoppen van een eenmaal ingezette reanimatie vanuit de meldkamer gebeurt alleen wanneer echt overduidelijk is dat de patiënt niet langer reanimatiebehoeftig is. Als de melder tijdens de compressies zegt: ‘Patiënt ademt weer’, dan wordt toch doorgegaan tot er overduidelijk meer tekenen van leven zijn. Gebleken is dat de melder vaak denkt dat de patiënt ademhaalt, terwijl hij/zij in werkelijkheid luchtverplaatsing als gevolg van de de compressies waarneemt.
Symposium ‘Veilige zorg begint op de meldkamer’, houd 26 oktober vrij
Het bepalen van de juiste hulpverlening op de meldkamer… Vaak zijn het beslissingen die de centralist onder druk neemt. In een split second, afgaand op wat hij of zij hoort, soms met beïnvloedende factoren zoals een drukke omgeving en meerdere meldingen tegelijkertijd. Dat vergt snel schakelen.
Na het afronden van een - soms heftige - melding gaat de centralist meestal meteen over op de volgende. En altijd met kwaliteit en
patiëntveiligheid hoog in het vaandel. Dat vraagt het nodige.
Hoe gaat dat maken van de juiste keuze in zijn werk? Wat zijn die, soms menselijke, factoren die daarop invloed hebben? Hoe faciliteert de RAV hierin? Hoe bewaken we de kwaliteit en houden we de standaard hoog? En op welke manier bieden we samen met ketenpartners de best mogelijke zorg aan de patiënt, bijvoorbeeld bij de zorgoverdracht?
Daarover gaat het symposium dat de RAV Brabant Midden-West-Noord op donderdagmiddag 26 oktober 2017 houdt bij de Verkadefabriek in ‘s-Hertogenbosch. De RAV is op dit moment bezig met het samenstellen van een boeiend programma, maar nodigt nu alvast alle belangstellenden uit zodat ze de datum vrij kunnen houden.
De uitnodiging wordt breed verzonden binnen onze sector. Mocht je onverhoopt niets ontvangen maar wel willen komen, mail dan naar
Linda Toet, l.toet@ravbrabantmwn.nl