Er is geen keihard goed of fout
Interessante meningsverschillen
tijdens Euro Navigator
We mogen dan nog zo geprotocolleerd werken in ProQA, dat wil niet zeggen dat we geen eigen inbreng of mening hebben. Sterker nog, we kunnen én mogen hartgrondig met elkaar van mening verschillen over de keuzes aan de meldtafel.
Nicole Urgert en Chris Keijsers (centralist/EDQ op de meldkamer van respectievelijk Zuid-Holland Zuid en Brabant-Oost) hielden tijdens de Euro Navigator samen tweemaal de presentatie ‘This is how we do it’.
Eén keer voor een groot internationaal publiek van centralisten en aanverwante functies, één keer voor een kleinere zaal Nederlandse vakgenoten. Na algemene uitleg over de werkwijze van de EDQ’s in Nederland, legden Chris en Nicole de zaal negen stellingen voor over kwesties die regelmatig voer voor discussie vormen. De antwoorden waren soms opvallend verschillend. We pikten er vier stellingen uit en vroegen Nicole om de uitkomst te duiden.
Nicole Urgert
Internationaal publiek
Stelling:
Als een bewusteloze patiënt al in stabiele zijligging ligt, moet de centralist hem/haar zo laten liggen.
Nederlands publiek
Nicole: “ProQA schrijft voor dat een bewusteloze patiënt op de rug wordt gedraaid, met het hoofd naar achteren gekanteld voor een vrije ademweg. De reden is dat je zo goed zicht hebt op de borstkas voor de ademhalingscheck én dat de patiënt alvast in de juiste positie ligt voor een eventuele reanimatie. In Nederland zijn relatief veel mensen EHBO-geschoold en dus ook vaak bij hulpverleningen en 112-meldingen betrokken. Zij hebben geleerd dat de stabiele zijligging de voorkeur heeft om, ook bij eventueel braken, de luchtweg vrij te houden. Dit verklaart misschien dat de meerderheid in de beide antwoordgroepen anders lag, waarbij de meeste Nederlandse collega’s erop vertrouwen dat de patiënt op z’n zij ook prima ligt.
Wie sterk redeneert vanuit een ‘dwingend’ ProQA, zal vinden dat de patiënt alsnog op de rug moet worden gedraaid. Chris en ik vinden dat er geen keihard ‘goed of fout’ is. Het doel is leidend en het doel is in dit geval dat je de ademhaling goed kunt controleren. Voor een leek is dat, zeker in de winter als de patiënt dik gekleed is, makkelijker bij rugligging. Maar wanneer je als centralist de overtuiging hebt dat de melder het goed kan zien, mag je ervoor kiezen om de patiënt op z’n zij te laten. Echter, bij de geringste twijfel of de ademhaling goed geverifieerd wordt en effectief is, doe je er goed aan te vragen om de patiënt alsnog op z’n rug te draaien.”
Internationaal publiek
Stelling:
Een goede EDQ heeft ook ervaring als centralist.
Nederlands publiek
Nicole: “In beide gezelschappen was er grote eensgezindheid over het feit dat de EDQ als kwaliteitsbewaker van de meldkamer zich beter kan inleven in de centralist die hij of zij beoordeelt, als hij of zij ooit voor dezelfde lastige keuzes heeft gestaan.
Er zijn zeer zeker goede EDQ’s die nooit als centralist hebben gewerkt. Maar het heeft naar de toekomst toe onze voorkeur dat je zelf hebt ervaren hoe het is om in een split second een afweging te moeten maken.”
Internationaal publiek
Stelling:
De ingangsvragen
‘Is hij wakker?’ en
‘Ademt hij?’ moeten altijd gesteld worden.
Nederlands publiek
Nicole: “Uit deze totaal verschillende stemverhouding zou je opnieuw de conclusie kunnen trekken dat buitenlandse collega’s strikter gehoorzamen aan ProQA dan Nederlanders. In de eerste jaren dat wij werkten met ProQA werd enorm op het belang van deze ingangsvragen gehamerd. Maar wij vinden nu dat je deze vragen mag overslaan, wanneer je uit de context zonder enige twijfel het antwoord kan opmaken. Bij een eerstehands melder is het zelfs een beetje lachwekkend om te vragen of hij of zij wakker is en ademt. Maar ook wanneer je de tweedehands melder aan de patiënt hebt horen vragen hoe oud hij is en je hebt duidelijk teruggehoord ‘Ik ben twintig’, dan kun je de vragen wat ons betreft laten voor wat ze zijn.
Omgekeerd: als de melder zegt ‘Wij zijn hier nu iemand aan het reanimeren’, kun je deze twee vragen óók overslaan vanuit de gegeven context, want dan leveren ze alleen maar tijdverlies op. Wees wel ontzettend alert op aannames! Als je vraagt ‘Is dat de patiënt die ik daar hoorde?’ en een melder in paniek zegt ‘Ja’, dan kan het nog altijd zo zijn dat jij iets heel anders hebt gehoord. Laten we het zo stellen: Als je je baan erom zou verwedden dat dat de patiënt wakker is en ademt, kun je de vragen achterwege laten.”
Internationaal publiek
Stelling:
De code in ProQA bepaalt of er een ambulance moet worden gestuurd en met welke urgentie.
Nederlands publiek
Nicole: “Een stelling die nog niets aan actualiteit heeft verloren, sinds de begintijd van ProQA in Nederland. Onder rijdiensten werd ProQA soms aangeduid als ‘ProQA1’, omdat het systeem verantwoordelijk zou zijn voor veel meer A1-ritten. Maar, áls die er al waren, dan lag dat niet aan ProQA. Het protocol doet niets anders dan een code genereren die aangeeft wat er met de patiënt aan de hand is. Die code is overal ter wereld hetzelfde. Hoe we daar vervolgens op inzetten, is per land bepaald door – in ons geval – de Medisch Managers Ambulancezorg.
We weten dat aan een aantal codes in het begin een te hoge inzet is gekoppeld. Dat is sindsdien fors bijgesteld en kan nog verder worden bijgesteld op basis van feedback van ambulancebemanningen en centralisten. Daarom is het zo ontzettend belangrijk om het te blijven melden wanneer je verschil ervaart tussen de melding die je krijgt en de werkelijkheid die je aantreft. Het feit dat ook in de zaal met Nederlanders nog zoveel mensen het met deze stelling eens waren, toont aan dat we dat nog veel meer moeten benadrukken.”