‘Centralist heeft wel degelijk regelruimte in ProQA’
De Nederlandse Navigator-delegatie bezocht onder meer de Las Vegas Fire Department.
The Dutch way in AMPDS: Back to the basics
Vergeet wat je dacht te weten over AMPDS en ProQA en ga terug naar de basis. Naar de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing, die je nooit helemaal goed had gelezen. Dan zal je zien dat AMPDS geen star en rigide systeem is, maar dat er meer regelruimte in zit dan je dacht. Met die boodschap hield Martien Boerwinkel een presentatie tijdens de Navigator-conferentie in Las Vegas.
Martien is verpleegkundig centralist en EDQ op de meldkamer in Drachten. ‘The Dutch way in AMPDS: Back to the basics’, onder die titel mocht hij eind april zijn verhaal houden voor een publiek van Nederlanders, Amerikanen en ProQA-gebruikers uit andere landen. Het door Martien aangedragen onderwerp intrigeerde de Amerikanen. En zelf vond Martien het spannend om te doen. Maar, hij stáát voor zijn verhaal.
“ProQA is niet star. We hebben elkaar in Nederland om de een of andere reden laten geloven dat het dat wel is.” Hij vergelijkt het met de stofzuiger die je koopt en die je meteen begint te gebruiken. “Na een tijdje ben je er toch niet zo tevreden over. Dan pas pak je de gebruiksaanwijzing erbij en kom je erachter dat je het apparaat niet goed gebruikt en niet alle mogelijkheden benut. Zo is het in Nederland met AMPDS en ProQA ook gegaan.” Martien pleit voor herbezinning op het persoonlijke aandeel dat de centralist wel degelijk heeft in het omgaan met ProQA.
'Ik vind ProQA een mooi en doordacht systeem.'
Martien Boerwinkel
We moeten af van het idee dat niets mag
“Ja, je mag van de tekst afwijken, zelfs van de volgorde. Zolang de essentie maar overeind blijft en je geen vragen of instructies overslaat. Je mag de melding onderbreken wanneer je denkt dat de melder jou niet goed begrijpt. Je mag de vraag dan in je eigen woorden anders stellen. Je mag daarbij als zorgprofessional iets toevoegen vanuit jouw inhoudelijke expertise.” Volgens Martien mocht dat de hele tijd al. “Het staat in de protocolstandaard, de ‘gebruiksaanwijzing’ van ProQA. En de nieuwe protocolstandaard die in Las Vegas werd gepresenteerd en dus splinternieuw is, UPS 10, biedt zelfs nog meer ruimte. Martien: “Daarin is de clausule waarin stond ‘wat nog net wel mag en wat niet mag’ komen te vervallen. Je beslist dat nu in principe zelf.”
Dat wil niet zeggen dat je die vrijheid móet nemen, vult Martien direct aan. “Ik vind ProQA een mooi en doordacht systeem. Als je het protocol tot in detail opvolgt, werkt het goed en geeft het houvast. Maar we moeten van het idee af dat er niets mág in ProQA, want dat klopt niet. Juist omdat er in Nederland verpleegkundigen achter de knoppen zitten, kunnen wij daar ons voordeel mee doen. De Amerikanen zijn voorzichtiger. Daar zijn de centralisten niet verpleegkundig geschoold. Zij zullen automatisch minder ruimte nemen. Dat wil niet zeggen dat wij dat hoeven te volgen.”
Amerikanen getriggerd door Nederlandse situatie
Martien schopt niet tegen heilige huisjes, zegt hij. “Dat is mijn doel niet. Het huisje blijft gewoon staan. Ik merkte dat de Amerikanen getriggerd zijn door de Nederlandse situatie. Ze weten dat er in Nederland kritiek is en in het begin zelfs weerstand. Ik merkte dat ze toejuichen dat wij nu binnen hun systeem de oplossing vinden voor ons ‘probleem’. Dat is toch een positieve vorm van kritiek, eigenlijk een compliment, aan hen.” Ook in Nederland wil hij niet tegen heilige huisjes schoppen. “Ik weet dat in sommige regio’s in de eerste jaren de teugels strak zijn aangetrokken. De kleinste afwijking betekende ‘geen naleving’. Nu pleit ik ervoor om met elkaar, ook samen met de rijdiensten, het gebruik van ProQA opnieuw aan te vliegen. Ik voel dat daar meer draagvlak voor ontstaat bij Medisch Managers Ambulancezorg, bij meldkamerhoofden. Binnen ons landelijk EDQ-overleg zal ik agenderen dat we UPS 10 goed gaan wegzetten onder centralisten. In mijn eigen regio Noord-Nederland kan ik als EDQ de ruimte die er is meteen benutten richting mijn collega’s.” Martien heeft zich daarnaast aangemeld als landelijk ProQA-instructeur.
De Amerikanen vroegen tijdens de lezing van Martien onder meer met grote interesse naar de verschillen en overeenkomsten tussen ProQA en NTS. “Ik ken NTS niet uit de eerste hand, dus ik kon niet alles goed beantwoorden. Maar in de zaal zaten ook de Nederlandse collega’s van twee NTS-meldkamers. Zij gingen helpen, we legden het samen uit. Dat vond ik heel mooi en het geeft aan dat onze doelen dezelfde zijn.”