‘Je zult soms totaal nieuwe instructies zien’
Volop veranderingen in nieuwe softwareversie V14
Na handenvol kleine wijzigingen in de afgelopen jaren krijgt AMPDS & ProQA een gloednieuwe versie. In de 14de uitgave van ons triagesysteem staan kersverse protocollen en soms geheel nieuwe instructies. Deze zomer ontvangen alle centralisten een overzicht met de veranderingen. Tijd voor zelfstudie dus! “Elke vernieuwing kan een verbetering zijn.”
“Je zult soms totaal nieuwe instructies zien.” Met die prikkelende opmerking kondigde Brett Patterson van de IAED onlangs tijdens zijn bezoek aan Nederland de komst aan van V14 van AMPDS & ProQA.
Hoewel hij zijn gezelschap op dat moment nog geen definitief overzicht kon tonen van alle veranderingen, somde hij al wel enkele ingrijpende wijzigingen op. Allemaal het gevolg van voortschrijdend inzicht, nieuwe medische kennis en goedgekeurde verandervoorstellen vanuit een of meer van de 59 landen waar AMPDS wordt gebruikt.
Zo zal in de veertiende versie bij een vermoedelijke hartstilstand straks onderscheid worden gemaakt tussen een melder die wel of niet ooggetuige is geweest. “Een aparte code met verschillende uitkomsten”, aldus Brett. “Bij de niet-ooggetuige is de instructie om sowieso drie minuten te reanimeren voor de AED wordt ingezet.”
Protocol 41: Persoon in Crisis Verder wordt de opdracht bij protocol 12 (Epileptische aanval/stuipen) om altijd medicijnen toe te dienen als die er zijn en zijn er aangepaste aanwijzingen in protocol 14 wanneer een slachtoffer onder het ijs is geraakt of in de modder.
Speciale aandacht had de IAED al voor een gloednieuw protocol in V14, waarvan hij ook het nummer bekendmaakte: Protocol 41 ‘Persoon in Crisis’. Een vurige wens vanuit veel meldkamers, omdat het huidige protocol 25 lang niet altijd volstaat. “Het heeft lang geduurd, maar we zijn blij dat het er nu is.”
Harm van de Pas, Medisch Manager Ambulancezorg in Brabant Midden-West-Noord en namens Nederland lid van de protocollencommissie bij IAED, onderstreepte dat tijdens die bekendmaking. “De huidige protocollen zijn onvoldoende toegerust om een verdere specificering te maken hoe groot het gevaar op dat moment is en of er andere behandelingen passender zijn dan het sturen van een ambulance”, legde hij onlangs in ons magazine nog uit.
Zijn collega Cynthia Dophemont onderstreepte dat in dezelfde editie nog maar eens met haar verhaal over een suïcidale tiener. “Protocol 25 is tricky”, zei zij.
Neergeschoten patiënten Brett en zijn collega’s herkenden dit euvel. “In Amerika wordt bij dit soort meldingen vaak de politie meegestuurd. Dit eindigde geregeld met het neerschieten van een patiënt, omdat die met een telefoon in de hand op gewapende agenten afliep.”
In protocol 41 krijgen centralisten de uitgebreide keuze uit onder meer een zelf toegebrachte steek- of schietwond, sprong van hoogte of suïcidepoging door koolmonoxide.
Wel waarschuwde Brett dat het ‘complex protocol’ is. Om die reden krijgen álle centralisten voor invoering ervan een minimale training van vier uur door specialisten. “Het liefst twee dagen”, kondigde Brett aan. “Dat is echt nodig om met deze patiënten om te kunnen gaan.”
Protocol 25 zal op zijn beurt ‘grote veranderingen’ ondergaan, zo weet Piet-Hein Verhagen. Behalve AMPDS-instructeur is hij lid van de Nederlandse cultuurcommissie die als eerste een voorpublicatie kreeg van de wijzigingen.
Bij publicatie van dit artikel zijn hij en collega’s nog druk bezig met vertalingen in de software en de koppelingen van ProQA met GMS om die ‘goed met elkaar te laten praten’. De ICT-architectuur van meldkamers kan immers per land verschillen. “Dat brengt veel werk met zich mee.”
Lancering V14 van AMPDS & ProQA is bij de Navigator in Amerika van april in Denver gelanceerd. Het betreft dan vooralsnog alleen de Engelstalige versie. De Nederlandse versie wordt naar verwachting tegen de zomer uitgerold en zal op duidelijke wijze worden gepresenteerd aan al onze centralisten.
“We verspreiden dan een release note waarin alle wijzigingen zijn opgesomd”, aldus Piet-Hein. “Daarnaast maken we een powerpoint presentatie die we aan alle EDQ’ers geven om weer aan al hun collega’s te geven. Beide documenten zijn voor zelfstudie.”
Hoewel alles voor de release van V14 uiterst zorgvuldig is gecontroleerd, ligt er voor centralisten weer een uitdaging. “Elke vernieuwing kan een verbetering zijn, daar ga ik vanuit. Maar het is goed als de eindgebruikers kritisch zijn en nadenken over het triagesysteem dat ze gebruiken. De makers zijn ook geen goden en kijken weer op een bepaalde manier. Daarom is het leuk als centralisten zelf eventuele fouten kunnen ontdekken en ons die feedback geven.”