Gertjan Lieftinck richt meldkamer Drachten toekomstbestendig in

De zelfverzekerde missie en visie van de ambulancemeldkamer Noord-Nederland

Gertjan Lieftinck werd een jaar geleden aangesteld als Hoofd a.i. van de ProQA-Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland (MkANN) waar op dat moment de nood hoog was. Sindsdien is er veel veranderd. Het Hoofd MkANN kreeg een volwaardige positie in het directieteam Noord-Nederland en ontwikkelde onder de vleugels van Lieftinck een eigen missie en visie. Ondertussen stromen de nieuwe centralisten binnen.

Eigenlijk zou zijn taak er na een half jaar opzitten. Maar twaalf maanden later reist Gertjan Lieftinck nog steeds op maandagochtend van zijn woonplaats Amsterdam naar Drachten. Een deel van de week verblijft hij daarna in het Van der Valk-hotel, wat bijna zijn tweede huis is geworden. Ook de komende zes maanden is dat nog het geval.

“We zijn in juli gestart met de werving van een nieuw hoofd meldkamer. Ik wil en kan aanblijven tot die is gevonden, zodat ik mijn opvolger nog kan meenemen in mijn zienswijze. Ik wil het op een nette manier overdragen”, vertelt Gertjan.

Even beginnen bij het begin. Je bent nu het hoofd van een ambulancemeldkamer, maar bent ooit zelf begonnen als centralist. Hoe was dat?

“Een heel interessante tak van sport binnen de ambulancezorg. Je vervult een cruciale rol in het aannemen en uitgeven van ambulanceritten. Een heel divers en dynamisch beroep. Je moet scherp zijn, proactief en meerdere ballen in de lucht houden. Ik vind het een hele mooie baan, maar binnen de ambulancezorg nog vrij onderbelicht. Ja, een ondergeschoven kindje. In de wereld om ons heen is die zorg het meest zichtbaar door de ambulance die door straat rijdt. Het bestaan van de meldkamer is bij heel veel mensen onvoldoende bekend. Ze hebben geen idee welke wereld erachter zit. Vaak komen ze daar pas achter als ze voor de eerste keer met 112 bellen.”

Wat trof je, inmiddels als leidinggevende, aan toen je in Drachten begon?

“Collega’s die moe waren en soms minder motivatie hadden om het werk te blijven uitvoeren. Er was een tekort aan centralisten en een behoorlijk ziekteverzuim. Deze ambulancemeldkamer had naar mijn idee onvoldoende aandacht gekregen.”

Weer dat ondergeschoven kindje?

“Een beetje wel. Het Hoofd MkANN a.i. was kwetsbaar in de besluitvorming, omdat het hoofd in de overleggen met de directieleden van de drie ambulancevoorzieningen (provincies Drenthe, Friesland en Groningen, red.) geen mandaat had. De eerste stap was daarom om mezelf stevig te positioneren als Hoofd Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland met een mandaat binnen het directieteam (DTNN, red.). Verder vroeg ik voor de MkANN tot op bepaalde hoogte een eigen beslissingsbevoegdheid en uitbreiding van onze staf.”

En dan aan slag met dat mandaat. Hoe?

“Dankzij mijn achtergrond had ik vrij snel in de gaten wat er nodig was op de meldkamer. Ik heb zelf jarenlang als centralist gewerkt en weet wat het vak inhoudt. Dat helpt te prioriteren; welke zaken moeten gebeuren. Ik was aangesteld met enerzijds de opdracht om de meldkamer op een nette manier door de zomer heen te loodsen. Zorgen dat roosters klopten; dat collega’s van hun vakantie konden genieten en anderen hun werk konden continueren. Anderzijds was me gevraagd een inrichtingsplan te schrijven met mijn visie op de MKA Noord-Nederland en wat nodig was om deze goed te positioneren. De missie en visie was sterk verouderd.”

CV

Naam: Gertjan Lieftinck

Leeftijd: 51

Carrière: Volgt in de jaren ‘90 de verpleegkundigenopleiding en specialiseert zich tot IC verpleegkundige. Stapt in 2005 over naar de Regionale Ambulancezorg Voorziening Utrecht, waar hij werkt als ambulanceverpleegkundige én meldkamercentralist. In zijn laatste jaren is hij vooral actief als docent en coördinator van de meldkameropleidingen. Voor de Academie voor Ambulancezorg ontwerpt en verzorgt hij lessen voor de intake en uitgifte, zowel voor ProQA- als NTS-centralisten. In 2010 volgt Lieftinck de studies learning & development en management & organisatie. Werkt sinds 2021 interim voor diverse organisaties. Gaat in juli 2022 aan de slag als interim Hoofd Meldkamer Ambulancezorg Noord Nederland.

Inmiddels prijken de focuspunten fier op een eigen website van de Meldkamer Noord-Nederland (www.mkann.nl), maar ook op posters die onder ketenpartners zijn verspreid. Wij regisseren en coördineren de best beschikbare inzet van ambulancezorg in Noord-Nederland, zo klinkt de zelfverzekerde missie.

De tekst over de visie is uitgebreider. Onze professionals van topniveau zorgen voor snelle en deskundige verwerking van alle meldingen en daarmee voor de inzet van hoogwaardige (opgeschaalde) ambulancezorg. Veiligheid en kwaliteit voor patiënten, melders en hulpverleners staan in het hele proces voorop, te beginnen bij de eerste en vaak levensreddende instructies door de centralist. Het is onze ambitie toonaangevend te zijn en in (multi)samenwerking met onze ketenpartners te zorgen voor uitstekende (zorg)coördinatie, efficiënte processen en de beste inzet van beschikbare ambulancecapaciteit.

Mooie woorden, maar wat betekent dat in de praktijk?

“Het geeft centralisten handvatten om zichzelf te positioneren in de communicatie met ketenpartners en de rijdienst. Ze weten waar we voor staan. De regie en coördinatie van ambulancezorg ligt op de MkANN en niet bij de rijdienst. Er is maar één plek waar de zorg binnenkomt en dat is op de meldkamer. Er is maar één plek waar ze overzicht hebben over alle eenheden. Voortvloeiend uit dat plan komen allerlei onderwerpen naar voren die prioriteit verdienen, zoals het op peil brengen en uitbreiden van de formatie.”

Voor andere AMPDS & ProQA-meldkamers is dat misschien wel het meest in het oog springende resultaat onder jouw bewind: de enorme aanwas van nieuwe centralisten. Een eerste campagne met een eigen werving, website en logo leverde tien verse collega’s op. En het houdt niet op.

“Het eerste tekort liet zien dat we tien FTE onder de formatie zaten. Dat los je niet op met tien verpleegkundigen, want de meesten werken parttime. We zijn daarom een tweede campagne gestart op sociale media en we hebben de website opnieuw goed gepromoot. Daarmee hebben we opnieuw 25 verpleegkundig sollicitanten weten te vinden. Dit najaar gaan we een tweede groep opleiden. We zijn echt stappen aan het maken om de formatie op orde te krijgen en aansluitend uit te breiden. Dat is mogelijk dankzij het mandaat, vertrouwen én geld dat ik vanuit het DTNN heb gekregen.”

Je denkt zelfs aan een derde wervingscampagne aan het einde van je termijn?

“Met oog op de nieuwe dienststructuur kunnen we nog wel een slag slaan. Voor onze centralisten betekent dat ze er nog meer collega’s bijkrijgen, zodat ze ook eens lekker vrij kunnen zijn en niet dag en nacht benaderd worden of ze extra diensten willen draaien. Dat levert positiviteit op. Maar naast werven en opleiden zijn we ook hard bezig om de huidige centralisten te behouden voor organisatie. Door ze te binden en te boeien.”

En gaan ze jou uiteindelijk misschien ook binden?

“Haha, nee, ik ga hier op een nette manier afronden voor ik verder ga naar de volgende opdracht.”