‘Ik heb nergens radeloosheid gezien’

‘Ik heb nergens radeloosheid gezien’

'Voor mij is het allemaal vrij nieuw, maar ik wil zoveel mogelijk opsteken'

Jack Wagenaar

Vervolg vorige pagina

Faalangst Enkele koppies staan wat strakker als de cursisten de week erna weer het klaslokaal in Haarlem betreden. Vandaag is het examendag. ,,Ik heb altijd faalangst gehad. Straks ben ik de enige die het niet haalt’’, zegt Andrea Kil. ,,Het blijft een toets, he’’, reageert docent Piet-Hein. ,,Dat zorgt voor zenuwen en spanning. Plus de wetenschap dat mensen moeten slagen om door te mogen.’’

De foutmarge bij het examen is 20 procent. Tien vragen mogen deelnemers verkeerd invullen. Best opmerkelijk, want één foute keuze op de meldkamer kan levens kosten. ,,Ja, weet je,’’ verklaart Piet-Hein, ,,je hebt altijd te maken met momentopnames. Eigenlijk gaat het erom dat je in grote lijnen hebt begrepen wat de systematiek is. De vragen zijn niet voor verschillende soorten uitleg vatbaar. Bij de optie tussen ‘ja of nee’ zijn mensen echter soms geneigd om te snel een keuze te maken. Dan kan het fout gaan. Maar met de score willen we een beeld krijgen of de stof begrepen is en dat kandidaten bij de toets niet overal zitten te gokken.’’

Nadat de laatste protocollen zijn doorgenomen en deelnemers hun zenuwplasje op de wc achterlaten, deelt de instructeur de antwoordvellen voor de multiple-choice toets met 50 vragen uit. ,,Goed kijken, goed lezen’’, is het dringende advies van Piet-Hein als het examen om klokslag twee uur ’s middags start. ,,Succes!’’ In de ruimte heerst doodse stilte. Slechts een enkele maal onderbroken door een kandidaat die naar de instructeur loopt met een verduidelijkingsvraag. Om 14.52 uur is Matthijs als eerste klaar. Niet vreemd. Behalve dat er voor hem geen certificaat op het spel staat (zie kader) is hij ook doorgewinterd. Na iets meer dan een uur leveren enkele andere kandidaten hun antwoordformulieren in; iedereen is voor de eindtijd van 16.30 uur klaar.

Mindfuck Met enkelen bespreekt Piet-Hein wat van de vragen. ,,Dat was een mindfuck’’, zegt deelneemster Bianca Lindenbergh bijvoorbeeld over de kwestie van de epi-pen. Hierbij was het punt of je vanuit ProQA de beller toestemming kon geven om een tweede pen te zetten. Piet-Hein glimlacht. ,,Dat onderwerp heb ik tijdens de les behandeld, omdat ik weet dat die vraag er tussen zit. Mensen kunnen in de protocollen alles terugvinden.’’

Die avond zal de instructeur moederziel alleen op zijn hotelkamer alle toetsen nakijken. Alle deelnemers stuurt hij dan een telefonisch bericht met hun voorlopige uitslag. ,,Om het ergst van de spanning eraf te halen, al wordt de officiële uitslag door de IAED bepaald en gecommuniceerd.”

Piet-Heins verwachting? ,,Pfoe, je kunt vooraf niet inschatten hoeveel er zullen slagen. Ik heb goede hoop, want ik heb tijdens de bespreking en oefening nergens radeloosheid gezien.’’

Een gemiddelde uitslag kan Piet-Hein na al die jaren ook niet noemen. Wel dat er slechts een enkeling een 100 procent score haalt. Net zo goed als dat er maar weinigen zijn die echt diep in het rood duiken. ,,Al iemand het niet haalt, dan is het meestal kantje boord. Al ging er ooit iemand fors in de fout. Die is anderhalve week later ook gestopt. Die zag het eigenlijk al niet zitten. Als je tijdens de cursus bezig bent met andere zaken, dan zie je dat wel terug in de resultaten.’’

’s Avonds lichten op diverse hotelkamers in Haarlem de telefoons op. In een sms ontvangen deelnemers hun uitslag. ‘Hoi. Voor zover ik kan zien 42 goed. Dus nog een goede marge. Moet voldoende zijn. Tot morgen’, is een bericht dat één van de kandidaten ontvangt.

‘Het is altijd mijn droom geweest om op de meldkamer te werken’
Claudia Geijs

‘Heb je het gehaald?’ ,,Heb je het gehaald?’’ De volgende ochtend lijken de deelnemers weer even middelbare scholieren. Hoewel de uitslag niet klassikaal wordt besproken, willen de meesten toch wel van elkaar weten hoe ze het hebben gedaan. Voor twee deelnemers een minder fijne ervaring, want zij hebben nét geen 40 goed gehaald. Ze komen net één of twee goede antwoorden tekort. Nog geen man overboord, want ze krijgen later een herkansing.

Zonder in te zoomen op de resultaten bespreekt Piet-Hein enkele van de vragen die de meeste mensen fout hadden. Niemand blijkt de volle score te hebben behaald.

Daarna volgt het zoete onderdeel van de cursus: eindelijk mogen de mensen aan de slag met ProQA! Vaarwel theorie, hallo praktijk! Weer worden de rollen verdeeld van beller en centralist en worden situaties nagespeeld. ,,Mijn zoon heeft met spelen een bal in zijn gezicht gehad. Het bloed spuit er uit’’, meldt een fictieve vader. ,,Moet je dan niet meer weten’’, daagt Piet-Hein zijn klas uit. Cursist Jan-Jaap twijfelt niet. Hij kiest direct voor protocol 30 (traumatisch letsel). Een juiste zet. ,,Probeer als centralist altijd te bedenken wat al overduidelijk is’’.

Moe maar voldaan schakelen de deelnemers aan het einde van de vierde dag hun laptops uit. Hoewel sommigen de lesstof wel wat veel vinden, overheerst tevredenheid. ,,Ik heb me wel vermaakt’’, zegt Andrea terwijl Piet-Hein het licht uitdoet.

Op de volgende pagina lees je hoe het drie van de cursisten (Jack, Andrea en Matthijs) is vergaan.